Bespeelbaarheid Banen

Bespeelbaarheid Banen

 

Kunstgras banen zijn nauwelijks gevoelig voor diverse weersomstandigheden.

Toch gelden er enkele beperkingen, te weten: 


Bij RIJP, IJZEL of SNEEUW op de banen en bij OPDOOI

(na een vorstperiode), zijn de banen ONBESPEELBAAR!

Kunstgras  en Winterse Omstandigheden

Regelmatig worden vragen gesteld over het gebruik van kunstgrasvelden onder winterse omstandigheden. Met onderstaand technisch verhaal proberen we uit te leggen wanneer onze kunstgrasvelden in de winter bespeeld kunnen worden.

  • Kunstgras en vorst: Het product kunstgras is in beginsel vorstbestendig. Zeker de tegenwoordig veel gebruikte polyethyleenvezel (PE) kan goed tegen vorst. Oudere vezeltypen als polypropyleen (PP) zijn bij vorst kwetsbaarder. Bij de keuring in het laboratorium wordt het kunstgras getest bij temperaturen van - 20° tot + 40° Celsius. Het tennis/padel veld wordt door betreding bij vorst dus niet beschadigd. De toplaag bij de zandgevulde banen wordt door de vorst wel hard (en glad); dit kan extra blessure gevaar voor de spelers opleveren.
     
  • Kale of droge vorst: Problemen met de bespeelbaarheid van kunstgrasvelden ontstaan eigenlijk op het moment dat er sprake is van een hoge luchtvochtigheid of als er neerslag valt. Kale of droge vorst is voor kunstgras geen enkel probleem en bespelen onder die omstandigheden dus ook niet. Het is zelfs zo dat kale vorst een uitdrogende werking heeft. Misschien is een bevroren kunstgrasveld iets harder maar in ieder geval vele malen vlakker dan een natuurlijk speel- of trainingsveld.
     
  • Rijp: Rijp is de witte aanslag die wordt veroorzaakt door het neerslaan en bevriezen van de waterdamp in de lucht. Rijp is van tijdelijke aard en verdwijnt als de temperatuur door de zon omhoog gaat. Onder bewolkte omstandigheden kan rijp echter wel hardnekkig zijn.

    Voor een kunstgrasveld is rijp technisch geen probleem. De vezel zal niet afbreken door de aanwezigheid van een dun ijslaagje. Door de aanwezige rijp, zeker bij hardnekkige of ruwe rijp, zal de belijning zeer slecht zichtbaar en de toplaag glad worden; deze gladheid levert extra blessure gevaar voor de spelers op.
     
  • Sneeuw: Sneeuw is voor het product kunstgras in principe geen probleem. Bespelen van een licht besneeuwd veld vormt voor een kunstgrasveld dus geen risico, maar mogelijk wel voor de sporter omdat het glad kan worden. Toch is het raadzaam om een redelijk besneeuwd kunstgrasveld niet te bespelen. Bespelen heeft namelijk tot gevolg dat de sneeuw in de mat en het instrooizand  wordt getrapt. De temperatuur hoeft maar licht te stijgen en vervolgens weer te dalen of er vormt zich een ijslaagje. Onder dat soort omstandigheden kan er zeker niet worden gespeeld. Verder duurt het vaker langer dat een besneeuwd en bespeeld veld na intree van de dooi weer bespeelbaar is.

    Sneeuwruimen met sneeuwschuivers is niet toegestaan in verband met de risico's voor de mat. Sneeuwruimen met sneeuwblazers of in handkracht verwijderen kan minder kwaad maar is bij grote hoeveelheden zeer bewerkelijk. Een bijkomend nadeel is dat met de sneeuw ook een hoeveelheid instrooizand wordt meegenomen. Nadat de sneeuw is verdwenen zullen de banen dan zeer stroef zijn (vanwege het ontbreken van voldoende instrooizand). Om slijtage te voorkomen zullen de banen dan eerst weer voorzien moeten worden van voldoende instrooizand.

    Naast sneeuw en ijzel zijn er nog een aantal andere vormen waarin winterse neerslag kan vallen. Hierbij moet worden gedacht aan hagel, korrelsneeuw, ijsregen, etc. In alle situaties zal moeten worden beoordeeld of bespeling tot gevaar voor de sporters leidt

     
  • Opdooi: Opdooi is een term uit de wegenbouw. Opdooi noemt men het verschijnsel wanneer na intreden van de dooi het dooiwater niet weg kan door bevroren en ondoorlatende grond eronder.

    Bij opdooi gebeurt er het volgende. Na een langere periode van vorst is de ondergrond bevroren en vormt een dikke harde laag. Als de toplaag gaat dooien kan het smelt water van sneeuw en ijs niet wegzakken naar de drainage, het wordt tegengehouden door de bevroren onderlaag. De toplaag en een gedeelte van de lava fundering worden onstabiel door het vele water tussen de lava korrels. Het veld voelt bij betreding zacht en "sopperig" aan, door de onstabiele lava laag trapt u kleine deukjes in de fundering.

    Daarnaast wordt tijdens de vorst de mat losgevroren van de lava fundering. Je kan het een beetje vergelijken met het ontstaan van ijs op openwater. Vaak zie je hier ook een luchtlaag onderzitten. Door het ontstaan van deze "open" ruimte, kan de lavakorrel zich makkelijk bewegen waardoor een ongelijke onderlaag kan onstaan. Als er volop gespeeld wordt op een in opdooi zijnde baan, bestaat er dus een reële kans dat na de vorst periode de baan ongelijkheden ontstaan waardoor herstelwerkzaamheden nodig zijn.

    Na opdooi dienen de baan eerst te worden gewalst; op deze wijze brengt men de losgekomen lava – onder het tapijt – weer terug in zijn oude positie